Je speelt ‘Ik ga op vakantie en ik neem… mee’, ‘Ik bak pannenkoeken en ik heb… nodig’ of ‘Ik maak broccolisoep en ik heb … nodig’.
Je benoemt dagelijkse voorwerpen en denkt na over dagelijkse situaties. Je oefent je geheugen.
20 tot 30 minuten
Geef een demonstratie: draai één of twee kaartjes om, lees de basiszin en voeg een element toe. Leg ze weer neer met de afbeelding naar beneden.
Leg de spelregels uit:
Voorbeeld
Tip
www.nederlandsoefenen.be/antwerpen/meedoen