Memory

Wat

Je draait de memory-kaarten om en je benoemt het voorwerp. Je oefent woorden op een plezierige manier. Je kan dit ook gebruiken als energizer.

Duur

20 tot 30 minuten

Voor wie

  • Ook geschikt voor groepen met een gemengd niveau - analfabete deelnemers
  • Maximum 10 deelnemers

Materiaal

De kaarten:

  • Druk de memory-kaarten af op dik papier en knip ze uit. Je kan ze ook op dun papier afprinten en de kaartjes lamineren om er een duurzame versie van te maken.
  • Of ontleen de memory-kaarten in docAtlas.
  • Of maak je eigen memory-kaarten: Typ het  woord van de gewenste voorwerpen in de zoekmachine van deze website (gratis foto’s). Print ze af op A6 papierformaat. (Of print 4 afbeeldingen af op een A4).

Zet een grote tafel en stoelen voor 10 deelnemers klaar. Je kan de groep ook in 2 splitsen.

Activiteit

Hou rekening met het taalniveau. Zet een sterke deelnemer naast iemand die minder vlot Nederlands spreekt.

Schud de kaartjes goed en leg ze neer met de afbeelding naar beneden.

Geef een demonstratie: draai een kaartje om, benoem het voorwerp en leg het weer neer met de afbeelding naar beneden. Doe dit een paar keer totdat je twee dezelfde kaartjes omdraait.

Leg de spelregels uit:

  • Draai 1 kaart om zodat iedereen de kaart kan zien.
  • Zeg het woord en draait het kaartje weer om met de afbeelding naar beneden.
  • Ken je het woord niet? Dan vraag je 'Wat is dit?' 
  • Als je een kaartje omdraait dat hetzelfde is, dan mag je het andere kaartje met dezelfde foto ook omdraaien. Je mag dan daarna nog een extra kaart omdraaien.
    Als je het andere kaartje met dezelfde foto niet meer vindt, dan verlies je een beurt.
    Als je niet meer weet waar het andere kaartje met dezelfde foto ligt, dan mag je je beurt aan iemand anders geven.e speler erin om twee dezelfde kaartjes om te draaien dan krijgt hij een punt en een extra beurt.

Tips

  • Herhaal zo veel mogelijk de woorden zodat de deelnemers het beter onthouden. Moedig ze aan om ook de namen van het voorwerp of dier te benoemen.
  • Leg de kaartjes mooi in rijtjes neer. Dan is het gemakkelijker om te onthouden.
  • Vermeld het lidwoord.
  • Vermeld enkelvoud en meervoud.

www.nederlandsoefenen.be/antwerpen/meedoen