Je speelt ‘Ik ga op vakantie en ik neem... mee'. Je beeldt de voorwerpen uit.
Je zoekt een link tussen 2 verschillende afbeeldingen. Vervolgens leg je de link uit aan de andere deelnemers. Je beschrijft op een eenvoudige manier foto's (hard, zacht, groot, klein, dik, dun, …). Je maakt eenvoudige zinnen.
De deelnemers kiezen zelf waarom bepaalde foto's bij elkaar passen. Hun keuze is altijd juist! Het is dus geen klassieke domino waar je dezelfde afbeelding moet zoeken.
De deelnemers herkennen blind voorwerpen en benoemen ze. Je koppelt voelen aan woordkennis: de deelnemers studeren en oefenen woordenschat door middel van fysieke prikkels.