74 resultaten gevonden.
Je speelt ‘Ik ga op vakantie en ik neem... mee'. Je beeldt de voorwerpen uit.
Je speelt ‘Ik ga op vakantie en ik neem… mee’, ‘Ik bak pannenkoeken en ik heb… nodig’ of ‘Ik maak broccolisoep en ik heb … nodig’.
Je benoemt dagelijkse voorwerpen en denkt na over dagelijkse situaties. Je oefent je geheugen.
Je verkent de actualiteit met de deelnemers op basis van foto’s uit de krant. Zo voelen deelnemers zich verbonden met de wereld. De onderwerpen zijn actueel, bij voorkeur universeel of net heel lokaal.
Bekijk een Nederlandstalige film met een groep anderstaligen. Via gerichte vragen en oefeningen geef je deelnemers de kans hun Nederlands te oefenen. Ze praten over de film en over hun gevoel, ervaringen, reflecties bij de inhoud van de film.
Je maakt kaarsenpotjes met recyclagemateriaal. Naar een idee van de Creacracks van Vormingplus.
Je leest samen met een groep deelnemers een kort verhaal of tekst in eenvoudige taal.
De deelnemers
De begeleiders
De deelnemers schrijven één of meerdere gedicht. Samen met de deelnemers verken je en oefen je de taal via poëzie. Poëzie wordt vaak omschreven als één van de moeilijkste dingen die je kunt doen met taal. Er zijn heel wat argumenten te bedenken om anderstaligen die Nederlands leren niet te confronteren met het schrijven van poëzie: is hun woordenschat niet te beperkt; hebben ze wel genoeg gevoel voor de nieuwe taal; welk nut heeft het schrijven van een gedicht in het tweedetaalverwervingsproces …? Tegelijk vormen de antwoorden op deze vragen een pleidooi om het te proberen. Vanuit een beperkte kennis van het Nederlands ontstaan bij poëzie van anderstaligen vaak onverwachte beelden, scherpe woordcombinaties, tegendraadse syntaxis… allemaal dingen die ertoe bijdragen dat een gewone tekst wordt opgetild naar het niveau van het gedicht. Behalve van kwetsbaarheid, getuigen deze gedichten vooral ook van veel moed en durf om tot expressie te komen.
Wandel samen door een buurt en ontdek interessante plaatsen. De deelnemers hebben elk een foto van een stopplaats in de route. Als ze de plaats herkennen, zeggen ze stop. De begeleider of de gids vertelt op de stopplaats iets over de omgeving.
Je zoekt een link tussen 2 verschillende afbeeldingen. Vervolgens leg je de link uit aan de andere deelnemers. Je beschrijft op een eenvoudige manier foto's (hard, zacht, groot, klein, dik, dun, …). Je maakt eenvoudige zinnen.
De deelnemers kiezen zelf waarom bepaalde foto's bij elkaar passen. Hun keuze is altijd juist! Het is dus geen klassieke domino waar je dezelfde afbeelding moet zoeken.
De Babbeldoos is een nuttig en inspirerend handboek mét werkmateriaal om Nederlands te oefenen met anderstalige volwassenen.
Taal leren met hoofd, handen en voeten. Spreken, luisteren, schrijven, doen. Alle zintuigen worden aangesproken.
Je oefent Nederlands vanuit de interesse van de deelnemers met oefeningen uit het dagelijkse leven.
Elke werkvorm kan je aanpassen aan het taalniveau van de deelnemers.
Download hier gratis het werkvormenboek of ontleen de Babbeldoos in docAtlas.
74 resultaten gevonden.